Binnen een organisatie is er zowel een natuurlijke als een bedachte ordening. Om grip te kunnen houden op de doelen worden vaak voorschriften en spelregels opgesteld. Waar families hun kennis en wijsheid krijgen overdragen via hun genenpakket moeten organisaties het hebben van een uitgekiende mix van natuurlijk gedrag en bedachte regels. Die regels geven zekerheid, structuur en maken het werken daar voorspelbaar. Maar ze kunnen ook knellen. Mensen gaan dan voelen dat ze in hun vrijheid worden beperkt, dat hun talenten niet meer tot hun recht komen. Als dat voorkomt kan dat flinke gevolgen hebben voor de gezondheid van zowel de organisatie als van de mensen die er werken. Niet voor niets is er op dit moment in de systeemtheorie zoveel aandacht voor organisaties.
Wie zicht heeft op de onzichtbare patronen in organisaties, traumatische gebeurtenissen herkent en erin slaagt verbindingen te revitaliseren draagt bij aan het nieuwe leiderschap, waarnaar we allemaal op zoek zijn. Daar kan een organisatie af en toe wel een beetje hulp bij gebruiken, omdat het betrekkelijk nieuw is en raakt aan de ziel van de organisatie. Een haptonomische aanpak, waar de binnen- en de buitenwereld van mens en bedrijf met elkaar worden verbonden, kan daar beslist aan bijdragen.
Vragen waar een haptonomische aanpak het verschil kan maken zijn:
- Hoe zorgen we voor een vitaal bedrijf?
- Besteden we aandacht aan gezonde voeding en voldoende beweging?
- Hoe gaan we om met verzuim?
- Hoe zit het met langdurige arbeidsongeschiktheid?
- Wat kunnen we doen bij re-integratie als de oude baan niet meer past?
- Welke mogelijkheden zijn er bij conflicten?
- Wat kunnen we doen voor een mensgerichte cultuur?
- Hoe gaan we om met opleidingen en trainingen?
- Waar zitten talenten en hoe kunnen we die verzilveren?
- Hoe zorgen we voor verbinding waar steeds meer mensen vanuit huis werken?
- Wat is het antwoord op de steeds verdergaande digitalisering van bedrijven, waardoor oude beroepen verdwijnen en nieuwe zullen ontstaan?