Body-oriented therapy in recovery from child sexual abuse: an efficacy study
Abstract
Context
There has been little research on body therapy for women in sexual abuse recovery. This study examines body-oriented therapy—an approach focused on body awareness and involving the combination of bodywork and the emotional processing of psychotherapy.
Objective
To examine the efficacy and the perceived influence on abuse recovery of body-oriented therapy. Massage therapy served as a relative control condition to address the lack of touch-based comparisons in bodywork research.
Design
A 2-group, repeated measures design was employed, involving randomization to either body-oriented therapy or massage group, conducted in 8, hour-long sessions by 1 of 4 research clinicians. Statistical and qualitative analysis was employed to provide both empirical and experiential perspectives on the study process.
Setting
Participants were seen in treatment rooms of a university in the northwestern United States and in clinician’s private offices.
Participants
Twenty-four adult females in psychotherapy for child sexual abuse.
Interventions
Body-oriented therapy protocol was delivered in three stages, involving massage, body awareness exercises, and inner-body focusing process. Massage therapy protocol was stan- dardized. Both protocols were delivered over clothes.
Main Outcome Measures
The outcomes reflected 3 key con-structs—psychological well being, physical well-being, and body connection. Repeated measures included: Brief Symptom Inventory, Dissociative Experiences Scale, Crime-Related Post Traumatic Stress Disorder Scale, Medical Symptoms Checklist, Scale of Body Connection and Scale of Body Investment. Results were gathered at 6 time points: baseline, 2 times during intervention, post-intervention, and at 1 month and 3 months follow-up. To examine the experiential perspective of the study process, written questionnaires were administered before and after intervention and at 1 month and 3 months follow-up.
Results
Repeated measures analysis of variance (ANOVA) indicated significant improvement on all outcome measures for both intervention groups, providing support for the efficacy of body therapy in recovery from childhood sexual abuse. There were no statistically significant differences between groups; however, qualitative analysis of open-ended questions about participant intervention experience revealed that the groups differed on perceived experience of the intervention and its influence on therapeutic recovery.
Samenvatting
De inhoud van deze publicatie is oorspronkelijk niet in de Nederlandse taal opgesteld. De samenvatting is met de grootst mogelijke zorg vertaald naar het Nederlands.
Context
Er is weinig onderzoek gedaan naar lichaamstherapie voor vrouwen die herstellen van seksueel misbruik. Dit onderzoek onderzoekt lichaamsgerichte therapie – een benadering gericht op lichaamsbewustzijn en waarbij de combinatie van lichaamswerk en emotionele verwerking van psychotherapie betrokken is.
Doelstelling
Het onderzoeken van de effectiviteit en de waargenomen invloed op herstel van misbruik van lichaamsgerichte therapie. Massage therapie diende als relatieve controlegroep om het gebrek aan vergelijkingen met aanraking in lichaamswerkonderzoek aan te pakken.
Ontwerp
Er werd gebruik gemaakt van een 2-groepen, herhaalde metingen ontwerp, waarbij willekeurige toewijzing plaatsvond aan ofwel de lichaamsgerichte therapie of de massagetherapie groep, uitgevoerd in 8 sessies van een uur door 1 van de 4 onderzoekstherapeuten. Statistische en kwalitatieve analyses werden gebruikt om zowel empirische als ervaringsgerichte perspectieven op het onderzoeksproces te bieden.
Omgeving
Deelnemers werden gezien in behandelkamers van een universiteit in het noordwesten van de Verenigde Staten en in de privékantoren van de therapeuten.
Deelnemers
Vierentwintig volwassen vrouwen in psychotherapie voor seksueel misbruik in hun kindertijd.
Interventies
Het protocol voor lichaamsgerichte therapie werd geleverd in drie fasen, waarbij massage, lichaamsbewustzijnsoefeningen en innerlijke lichaamsgerichte processen betrokken waren. Het massage-therapieprotocol was gestandaardiseerd. Beide protocollen werden over kleding geleverd.
Belangrijkste uitkomstmaten
De uitkomsten weerspiegelden drie belangrijke constructen – psychologisch welzijn, lichamelijk welzijn en lichaamsverbinding. Herhaalde metingen omvatten: Brief Symptom Inventory, Dissociative Experiences Scale, Crime-Related Post Traumatic Stress Disorder Scale, Medical Symptoms Checklist, Scale of Body Connection en Scale of Body Investment. Resultaten werden verzameld op 6 tijdstippen: baseline, 2 keer tijdens de interventie, post-interventie en op 1 maand en 3 maanden follow-up. Om het ervaringsperspectief van het onderzoeksproces te onderzoeken, werden schriftelijke vragenlijsten afgenomen voor en na de interventie en op 1 maand en 3 maanden follow-up.
Resultaten
Herhaalde metingen analyses van variantie (ANOVA) toonden significante verbetering op alle uitkomstmaten voor beide interventiegroepen, wat ondersteuning biedt voor de effectiviteit van lichaamstherapie bij herstel van seksueel misbruik in de kindertijd. Er waren geen statistisch significante verschillen tussen de groepen; echter, kwalitatieve analyse van open vragen over de ervaring van deelnemers met de interventie en de inv
Trefwoorden
Soort publicatie
Publicatie
Gepubliceerd op
Taal
Land
Link
Deel dit artikel