Joris
In mijn haptonomische kinderpraktijk heb ik een afspraak met een moeder en haar 7-jarige zoon. Door de deur heen hoor ik in de wachtkamer geluiden van het drukke praten van de jongen en de dempende toon van de moeder. De stem van de jongen is hard, hij praat snel en is constant aan het woord. In het stemgeluid zitten veel harmonieuze klanken. Ik besluit ze binnen te halen. Ik doe de deur van mijn therapiekamer open.
De jongen kijkt me een kort ogenblik aan.
‘Hoi’, zeg ik tegen de jongen, ‘Ik ben Anthony. Wie ben jij?
‘Joris (*)’ zegt de jongen met luide stem.
Hij glipt snel langs me heen de behandelkamer in. De moeder en ik volgen. Ik probeer goed en feitelijk waar te nemen wat er ineens allemaal gebeurt.
‘Geef Anthony eens netjes een handje’, probeert de moeder nog, maar Joris heeft al snel de behandelkamer gescand en ziet daar zijn favoriete oefenmateriaal liggen. Een oranje voetbal. Hij rent naar de bal toe. De moeder probeert hem nog tot de orde te roepen. ‘Joris kom eens hier!’ Maar Joris is al niet meer te stoppen.
‘Mam kijk, een bal!’ Hij pakt de bal en schiet hem vanuit zijn handen de kamer door en schiet meteen de eerste de beste plafondplaat eruit. Het licht naast de plaat valt uit en de bedrading is zichtbaar.
De moeder probeert vertwijfeld de jongen tot de orde te roepen en wordt boos op hem. Joris kijkt wat verward om zich heen, maarlijkt niet gevoelig voor haar commentaar. ‘Joris is wat druk’ probeert de moeder nog , in een poging de ontstane ravage wat te verklaren. Ze vervolgt: ‘De school weet ook niet meer hoe ze met Joris om moeten gaan’.
Joris loopt door de kamer en pakt de bal weer op, hij kijkt me niet aan en lijkt te wachten op strenge woorden van mij.
‘Wauw…. wat.een mooi schot heb jij’ zeg ik, ‘en ook nog in één keer die plafondplaat eruit. Wat knap van je.’
Voor de eerste keer kijkt Joris mij, wel wat verbaasd, aan en luistert naar mij.
In verbinding
Er komt contact tussen hem en mij en de sfeer in de ruimte verandert. Het lijkt wat rustiger te worden. Joris kreeg dit keer niet op zijn kop. Hij werd niet geremd in zijn gedrag. iets wat heel vaak wel bij hem gebeurt. Joris krijgt namelijk altijd ‘op z’n kop’. Er was wat schade maar er was echter ook een startpunt voor begeleiding ontstaan, zonder nog te weten wat er in de anamnese zou gebeuren. Verbinding was gemaakt.