“Vind je het goed als ik je hier aanraak? En hier aan de zijkant?”, vraagt haptotherapeut Jiska. Ik lig op mijn buik op de behandeltafel terwijl ze haar hand op de rechterkant van mijn middel legt. “Hoe voelt dit voor jou?”, vraagt ze terwijl ze iets meer druk zet. “Vind je dit lekker? Of liever niet?” Ik weet niet precies wat ik voel, maar antwoord naar waarheid dat ik het niet onprettig vind. Jiska knijpt nog even zachtjes in mijn zij en verplaatst zich dan rustig naar de achterkant van de tafel. Mijn blote voeten bungelen over de rand. Ze vraagt of ze mijn rechtervoet mag vastpakken. “Hoe is dat voor jou?”, vraagt ze als ze mijn voet in haar handpalm heeft gelegd. Het is een simpele vraag, maar toch moet ik er weer lang over nadenken. Wat voel ik eigenlijk? Vind ik dit prettig? Of eigenlijk helemaal niet?
Hoofd op pootjes
Voelen is een woord dat we de hele dag door gebruiken, maar in veel gevallen voelen we helemaal niet zo veel. We zijn vaak op de automatische piloot bezig: opstaan, naar je werk, boodschappen doen, zorgen voor anderen, opruimen, naar bed. Onderwijl piekeren we over iets wat op kantoor is voorgevallen, welke klusjes in huis vandaag nog moeten worden afgevinkt, wat er morgen weer op het programma staat. We zijn hoofden op pootjes die het contact met ons lijf een beetje zijn kwijtraakt. De signalen die ons lichaam ons geeft, komen daardoor lang niet altijd bij ons binnen. Zo kan het gebeuren dat je bij een haptotherapeut op de behandeltafel ligt en niet eens goed weet of je het prettig vindt dat ze je voeten aanraakt.